Groene Gezonde Stad bij VNG Jaarcongres
met twee workshops door Lodewijk Hoekstra en Paul Dijkman
Het VNG Jaarcongres vond dit jaar (25 en 26 juni) plaats in het Groene Hart. Het thema was ‘de kracht van de verbeelding’. Ruim 3000 gemeentelijke bestuurders kregen in een keur aan presentaties en workshops handvatten en inspiratie om de grote transities op te pakken waarmee de Nederlandse gemeenten de komende jaren te maken krijgen. Een daarvan is de transitie naar groene gezonde steden. Groene Cirkel Groene Gezonde Stad verzorgde twee workshops met Lodewijk Hoekstra en Paul Dijkman.
Lodewijk Hoekstra: "Het gaat nu om het hóe!"
Lodewijk Hoekstra is door zijn tv-werk een van de ‘groenste gezichten’ van Nederland. Maar buiten de camera’s om is hij minstens zo enthousiast bezig; als kwartiermaker van de Groene Cirkel Groene Gezonde Stad en met zijn eigen bedrijf. Ook tijdens het VNG Jaarcongres droeg hij zijn boodschap uit aan een groot gezelschap van gemeentelijke bestuurders en beleidsmakers. “Het thema groene gezonde steden leeft, iedereen is zich ervan bewust dat dit een onvermijdelijke ontwikkeling is. Ik word daar heel blij van, want dat was tien jaar geleden echt anders. Dát het anders moet weten we inmiddels, nu gaat het om het hoé. Samen, vanuit de gemeenschappelijke droom zijn we op zoek naar handelingsperspectief.”
Onderzoek wijst uit dat mensen in groene steden fysiek en mentaal gezonder zijn. Daarom is radicaal vergroenen de ambitie die Lodewijk Hoekstra zijn gehoor voorspiegelde. “Een enorme uitdaging die je als gemeente niet alleen kunt oppakken. Je moet ontwikkelen, doen, het meetbaar maken en zorgen voor budget. Collectief sta je sterker. Ik merk dat er veel interesse en draagvlak is bij de gemeenten. Mijn beeld is dat het vandaag de dag goed belegd is; wethouders zijn er expliciet mee bezig. Niet alleen de wethouders die exclusief over vergroening gaan. Ook de wethouders die gaan over gezondheidszorg, wonen en preventie zien de sterke koppeling van vergroening met hun eigen portefeuilles: het mes snijdt aan meerdere kanten.”
Meetbaar maken
“Er moet nog zoveel gebeuren. Uit de laatste Groene Stad Challenge – waar 125 gemeenten aan meedoen – bleek dat er een afname is van de hoeveelheid groen. Vooral in private tuinen. Daaraan zie je dat verstening lastig terug te dringen is. Er zijn allerlei ideeën om dat aan te pakken, zoals het koppelen van de hoeveelheid groen aan de WOZ-waarde van een huis of het koppelen van belasting aan de hoeveelheid tegels. Ik denk zelf dat het ontwikkelen van labels het meeste effect zal hebben, een groenlabel à la het bekende energielabel. Het gaat erom dat je het meetbaar kunt maken; pas dan kun je vervolgens de juiste maatregelen nemen.”
Maar nogmaals, ik ben blij dat er zoveel betrokken bestuurders en ambtenaren zijn, dat is een goed teken, een aardverschuiving zelfs. Die interesse merken we ook in de Groene Cirkel Groene Gezonde Stad die steeds groter wordt.”
Paul Dijkman: Spanning tussen groen en compact
Waar Lodewijk Hoekstra de bestuurders opwarmde met zijn betoog over het belang van vergroening, liet Paul Dijkman de mensen daadwerkelijk bouwen. Speciaal voor deze dag was de architectuurfilosoof en beeldend kunstenaar naar de modelbaanwinkel gegaan. “Ik heb boompjes en heggetjes gekocht en vijf multiplexplaten. De deelnemers kregen de opdracht om een plein te ontwerpen. Met als uitdaging: hoe breng je groen als ontwerpmiddel in balans met woningen.”
Paul is opgeleid als architect maar liever dan op een kantoor gebouwen te ontwerpen denkt hij na over hoe je een bebouwde omgeving in elkaar zet. Vandaar de benaming architectuurfilosoof. “In mijn denken moet een stad of een wijk uit een aantal sferen bestaan. Een sfeer is net zo belangrijk als een gebouw; het gaat om de samenhang daartussen. Hanno Pijl, hoogleraar Diabetologie in Leiden, wees mij erop dat mijn ideeën over sferen en bouwen ook belangrijk zijn voor de algemene gezondheid. Hoe je een buurt in elkaar puzzelt heeft immers gevolgen voor de manier waarop mensen bewegen en hoe mensen eten. Naast groen kun je bijvoorbeeld kassen en moestuinen opnemen in je ontwerp. Het hangt allemaal samen: als er in de buurt voldoende voorzieningen zijn laten de bewoners de auto staan en doen ze te voet hun boodschappen. En om die voorzieningen rendabel te houden moeten er voldoende portemonnees zijn, dus een bepaalde dichtheid aan huizen. Hoe combineer je de compacte stad met de groene stad?”
Groen als ontwerpprincipe
“Ik constateer dat er spanning zit tussen veel groen en veel mensen in de compacte stad. Toch pleit ik ervoor om groen als uitgangspunt te nemen. Dus niet ontwerpen en dan groen toevoegen, maar groen als ontwerpprincipe.
Dan vorm je stedelijke ruimten met bomen en heggen en versterk je die ruimten met architectonische wanden. Zo krijg je fijne groene pleinen en straten, een stad van sociale stedelijke huiskamers. Maar wél met nieuwe oplossingen. Niet alleen zoals je nu vooral ziet: tuinen op de grond en eventueel op het dak, maar ook groene wanden en zijwaarts gestapelde groene bouw. Door dat laatste kan het groene dak van de een de tuin van de ander worden. Ja, dat is constructief een spannende opgave. Elk ontwerp is een schaakbord waarop je de juiste zetten moet bepalen. Ik geloof dat dit de toekomst is. Vandaag de dag wordt hoge dichtheid vooral in hoogbouw gezocht. Slecht idee, want de begane grond wordt een groot wegwaaigebied. En mensen verliezen het contact met de aarde als je boven boomhoogte woont. Bomen zijn levende wezens waaraan je de seizoenen kunt zien, waar vogels in leven; het zijn vertegenwoordigers van de aarde. En net zo belangrijk, met compacte pleinbouw – maximaal zes, zeven etages – creëer je ook nog eens een sociale stad waar mensen elkaar kunnen ontmoeten.”
Voor de deelnemers aan zijn workshop de taak om in kleine groepjes zo’n plein te ontwerpen. “Geweldig om te zien hoe elke groep op een andere manier omging met die spanning tussen groen en compact. En geweldig om te zien hoe ze ervan genoten om met hun eigen handen een buurt vorm te geven. Je denkt en leert als het ware met je handen. Dat leidt tot bewustwording en tot gesprek. De ideeën die daaruit voortkomen nemen ze mee terug naar hun eigen gemeente. En dat is precies mijn bedoeling.”
Enthousiast ontvangen
Jeroen Bruijns, wethouder Breda, was enthousiast over de groene presentaties tijdens het VNG Jaarcongres:
“Breda werkt hard om de stad te vergroenen. Groene straten en pleinen zijn enorm belangrijk. Om te verblijven, te ontmoeten, maar ook om klimaatverandering het hoofd te bieden. Breda investeert daarom fors in vergroening van de openbare ruimte, maar handelt ook vanuit wederkerigheid. Dit doen we onder meer door met bewoners wijkdeals te sluiten voor onderhoud en we activeren bewoners en bedrijven om het goede voorbeeld van de gemeente te volgen voor de eigen tuin of bedrijfslocatie.”
Gepubliceerd: